De Nederlandse vastgoedmarkt is volop in beweging. Waar jarenlang vooral Amsterdam, Rotterdam en Utrecht het toneel waren van grote investeringen, verschuift de aandacht steeds vaker naar middelgrote steden. Plaatsen als Zwolle, Eindhoven, Breda en Groningen trekken niet alleen bewoners aan, maar ook beleggers die op zoek zijn naar stabiele rendementen en groeiende markten. De combinatie van lagere grondprijzen, goede bereikbaarheid en lokale economische ontwikkeling maakt deze steden steeds aantrekkelijker.
PARTNERCONTENT
Nieuwe groeipolen buiten de Randstad
In veel middelgrote steden zien we een duidelijke economische heropleving. Gemeenten investeren in infrastructuur, binnenstedelijke verdichting en het aantrekkelijk maken van stadscentra. Zo profileert Eindhoven zich nadrukkelijk als technologiehoofdstad, terwijl Zwolle uitgroeit tot een logistieke draaischijf tussen Noord- en West-Nederland. Deze groei trekt niet alleen nieuwe inwoners aan, maar ook bedrijven die behoefte hebben aan moderne kantoren en bedrijfsruimtes in de nabijheid van talent en infrastructuur.
De woningvraag stijgt hierdoor vanzelf mee. Vooral starters en jonge gezinnen kiezen steeds vaker voor deze secundaire steden omdat de woningprijzen er nog enigszins binnen bereik liggen. Projectontwikkelaars spelen hierop in met gemengde woonprojecten waar wonen, werken en recreatie samenkomen. De balans tussen leefbaarheid en economische groei zorgt voor een stabiele vastgoedmarkt met toekomstperspectief
Betaalbaarheid en rendement: de logica achter de verschuiving
Een van de belangrijkste redenen waarom beleggers buiten de Randstad kijken, is de verhouding tussen aankoopprijs en huurrendement. In steden als Haarlem of Utrecht zijn de prijzen de afgelopen jaren zo sterk gestegen dat het lastig is geworden om nog een aantrekkelijk rendement te behalen. In Zwolle, Apeldoorn of Leeuwarden liggen de instapprijzen lager, terwijl de vraag naar huurwoningen blijft toenemen. Dat maakt het risicoprofiel gunstiger, zeker voor lange termijn beleggers.
Ook de lokale overheden dragen bij aan deze aantrekkelijkheid. Veel gemeenten stimuleren particuliere investeringen in herontwikkeling en verduurzaming met subsidies of versnelde vergunningstrajecten. Hierdoor ontstaan kansen voor beleggers die bereid zijn te investeren in kwaliteit en duurzaamheid in plaats van speculatie op korte termijn.
Bedrijfsonroerend goed: logistiek en kantoren trekken de aandacht
Niet alleen de woningmarkt profiteert van de verschuiving naar secundaire steden. Ook de markt voor bedrijfsonroerend goed groeit gestaag mee. Bedrijven zoeken betaalbare locaties met goede verbindingen, iets wat buiten de Randstad makkelijker te vinden is. De logistieke sector in steden als Venlo, Den Bosch en Zwolle floreert door hun strategische ligging tussen havens, snelwegen en grensregio’s.
Daarnaast zien we dat de kantorenmarkt in middelgrote steden zich vernieuwt. Oude kantoorgebouwen worden herontwikkeld tot moderne, energiezuinige werkomgevingen met aandacht voor flexibiliteit en welzijn. Vooral bedrijven die hybride werken omarmen, hebben minder behoefte aan grote locaties in Amsterdam of Den Haag en kiezen voor goedkopere alternatieven dichter bij hun medewerkers. Dit maakt bedrijfsonroerend goed buiten de Randstad een interessant segment voor institutionele en particuliere beleggers.
Leefkwaliteit als economische motor
Wat deze steden onderscheidt, is niet alleen hun economische potentie, maar ook de leefkwaliteit. Groene woonwijken, korte reistijden en een bloeiend cultureel aanbod trekken bewoners aan die genoeg hebben van de drukte in de Randstad. De coronaperiode heeft dit effect versterkt: mensen zijn meer waarde gaan hechten aan ruimte, rust en betaalbaarheid.
Voor investeerders is dit een kans om in te spelen op een structurele trend. Een stad die goed leefbaar is, behoudt haar bewoners en trekt nieuwe aan, wat zorgt voor stabiele huurinkomsten en een gezonde vastgoedwaarde. Denk aan projecten in Groningen waar oude industrieterreinen worden omgevormd tot duurzame woon-werkgebieden of aan de ontwikkeling van de Spoorzone in Tilburg, waar wonen, werken en recreatie samenkomen in één dynamische wijk.
De rol van infrastructuur en bereikbaarheid
Een belangrijke voorwaarde voor deze ontwikkeling is bereikbaarheid. Dankzij verbeterde spoorlijnen, snelwegen en fietsinfrastructuur zijn veel van deze steden nu beter verbonden dan ooit. De reistijd tussen bijvoorbeeld Utrecht en Arnhem is de laatste jaren aanzienlijk verkort, waardoor woon-werkverkeer gemakkelijker wordt. Ook regionale luchthavens zoals Eindhoven Airport spelen een rol bij het aantrekken van internationale bedrijven.
Deze verbeterde infrastructuur maakt het aantrekkelijker voor bedrijven om zich buiten de Randstad te vestigen zonder in te leveren op bereikbaarheid. Dit creëert weer extra vraag naar bedrijfspanden, logistieke centra en ondersteunende dienstverlening. Zo ontstaat een dynamische vastgoedmarkt waar wonen en werken hand in hand gaan, en waar investeerders profiteren van zowel groei als stabiliteit.
Bron: De opmars van secundaire steden: waarom beleggers buiten de Randstad kijken | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel
