De Rijksoverheid wil eigen grond en vastgoed ‘meer strategisch’ gaan inzetten om onder meer woningtekorten het hoofd te bieden. Om dat voor elkaar te krijgen moet het Rijksvastgoedbedrijf een eigen ontwikkeleenheid krijgen, gaat het vaker grond aankopen om boerenbedrijven te helpen met verhuizen en verkoopt het niet langer standaard alle leegstaande panden.
Het is niet uniek dat het Rijksvastgoedbedrijf, dat onder meer kantoorgebouwen en kazerneterreinen beheert, panden of grond uit de portefeuille ter beschikking stelt voor andere taken. Het afgelopen jaar gebeurde dit bijvoorbeeld voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Maar minister De Jonge wil de inzet van het Rijksvastgoedbedrijf nu actief gaan verbreden. Dat heeft hij aangekondigd in een Kamerbrief van 28 maart.
Eigen financiering
De Jonge kondigt aan dat het Rijksvastgoedbedrijf een ‘meer ontwikkelende organisatie’ wordt, die zelf nauw betrokken is bij realisatie van woningbouw op eigen grond. Daarvoor zet het Rijksvastgoedbedrijf een aparte afdeling op, de directie Vastgoed en gebiedsontwikkeling. Deze directie krijgt eigen financiering, maar uiteindelijk moeten projecten zelf rendabel worden.
Volgens de minister kan er ‘veel meer’ worden gedaan met de rijksgebouwen en -gronden. “Vanwege de grote en urgente ruimtelijke opgaven van deze tijd is het nodig om de inzet van het Rijksvastgoedbedrijf te verbreden”, schrijft De Jonge.
Pilot Flevoland
In Flevoland wil het Rijksvastgoedbedrijf een aantal pilotprojecten opzetten. In die provincie kunnen tussen de 50.000 en 70.000 nieuwe woningen komen. De Jonge wil dat het Rijksvastgoedbedrijf bij die projecten ‘vooroploopt met innovatieve oplossingen’ voor duurzaam bouwen. Dat kan bijvoorbeeld door partijen in te schakelen die circulair of biobased bouwen, zegt de minister in een korte toelichting tegen het Financieele Dagblad. De hoeveelheid grond van het Rijksvastgoedbedrijf die geschikt is voor woningbouw is echter beperkt en de minister is ‘niet op voorhand’ van plan extra grondaankopen te doen voor woningbouwlocaties.
Daarnaast komt De Jonge terug op het besluit om overtollig vastgoed van het Rijk in principe altijd te verkopen. Dat een ministerie een pand niet meer nodig heeft, wil niet zeggen dat “het vastgoed op de middellange en lange termijn niet noodzakelijk kan zijn voor de realisatie van andere overheidsdoelen”, aldus de minister. “De actuele huisvestingsbehoefte van asielzoekers en statushouders heeft de noodzaak aangetoond om vastgoed in portefeuille te hebben.”
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft sinds 2014 op grote schaal gebouwen afgestoten, waardoor de vastgoedportefeuille de afgelopen jaren al met 4 miljoen vierkante meter is geslonken. In 2021 en 2020 verkocht het Rijksvastgoedbedrijf per jaar nog voor ongeveer € 100 miljoen aan vastgoed. Vaak zijn die kantoren of kazernes verbouwd tot woningen. De Jonge verwacht dat de behoefte aan kantoorruimte, door de komst van hybride werken, ook bij ambtenaren de komende jaren verder afneemt. De minister verkent daarom nog of hij met deze transformatie door kan gaan.
Stikstof
De agrarische grond in de portefeuille van het Rijksvastgoedbedrijf moet een rol krijgen in de aanpak van de stikstofcrisis. Boerenbedrijven die te dicht bij een natuurgebied zitten, zouden kunnen verhuizen naar grond van het Rijk waar stikstofuitstoot een minder groot probleem is. Omdat daarvoor voldoende zogeheten ‘compensatiegronden’ beschikbaar moeten zijn, zal het Rijksvastgoedbedrijf vaker grondaankopen gaan doen.
Dat soort ruilverkaveling met boerenbedrijven en grondaankopen vinden nu ook al plaats, bijvoorbeeld voor de aanleg van wegen en spoorlijnen. De Jonge wil dat die gronden breder ingezet kunnen worden. Het Rijksvastgoedbedrijf werkt hierbij samen met het ministerie van Landbouw dat eind vorig jaar al de komst van een Nationale Grondbank aankondigde.
De Jonge zal creatief gebruik van rijksvastgoed hard nodig hebben om de doelstelling van 900.000 nieuwe woningen voor 2030, te behalen. In aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen noemden Bouwend Nederland en het Economisch Instituut voor de Bouw de nieuwbouwplannen ‘te duur, niet realistisch en boterzacht’.
Bron: Overheid wil zelf vastgoed gaan ontwikkelen | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel