Giftige substanties die in de bouw worden gebruikt, bedreigen niet alleen de gezondheid, maar staan ook de circulaire economie in de weg. Deze materialen kunnen immers niet gerecycled worden. Er bestaan alternatieven, maar daarop moeten bouwers in de ontwerpfase al inzetten.
Dat concludeert Lennert de Rooij, junior projectmanager bij Rienks Adviseurs, in zijn afstudeeronderzoek voor de opleiding Bachelor Built Environment (BBE). Casus van het onderzoek was het Technisch Ontwerp voor een nieuwbouwwoning van een van de opdrachtgevers van Rienks Adviseurs.
51 verschillende toxische stoffen
In de onderzochte woning bleken 51 verschillende toxische stoffen aanwezig. Zoals coatings, die worden gebruikt om een materiaal te beschermen tegen water; en poedercoatings, die metaal beschermen tegen roest en corrosie; maar ook lijmen, die worden gebruikt om materialen permanent aan elkaar te bevestigen.
De Rooij onderzocht wat de effecten van deze giftige substanties zijn op circulair bouwen en op de gezondheid van de eindgebruiker. En ook hoe we die toxische substanties kunnen weren. Hij deelde de stoffen in op gezondheidseffecten (ongezonde substanties) en circulariteit (onomkeerbare substanties).
Uitwaseming
Ongezonde substanties wasemen vluchtige organische componenten uit. Deze kunnen – afhankelijk van de stof, blootstellingsroute en hoeveelheid blootstelling – een negatief effect hebben op de gezondheid van de eindgebruiker. Op korte termijn kan dit zich uiten in de vorm van misselijkheid, hoofdpijn en niezen. Op de lange termijn in de vorm van permanente longschade en kanker.
Stoffen niet meer te scheiden
Onomkeerbare substanties zijn substanties die na het aanbrengen – smeren, spuiten, impregneren, et cetera – niet of moeilijk van het substraat te scheiden zijn. Deze onomkeerbare verbinding verhindert het recyclen van de materialen en maakt het in veel gevallen zelfs onmogelijk. Dat gaat in tegen het principe van de circulaire economie.
Beton dat wordt gepurd is hiervan een voorbeeld. Beton is prima recyclebaar: uit betonpuin kan het zand, grind en cement teruggewonnen worden. Zo gauw je daar echter purschuim aan toevoegt, ben je die drie basisonderdelen kwijt.
Platgooien voordeliger
Overigens, naast ongezonde substanties zorgen ook onomkeerbare substanties voor gezondheidsrisico’s. Wanneer materialen niet goed meer te recyclen zijn, is het voordeliger voor de sloper om een gebouw plat te gooien en het puin te ruimen. Het fijne steenstof dat dan vrijkomt is gevaarlijk voor iedereen die het inademt: voor de sloopmedewerkers, maar ook voor omwonenden.
Alternatieven
Zijn er alternatieven? Jazeker. Droge verbindingen, kliksystemen, oplosbare lijmen en VOC-vrije coatings vormen een mogelijkheid. Maar ook demontabel bouwen. Ook valt te denken aan biobased bouwmaterialen. Deze zijn hernieuwbaar en kunnen na een levenscyclus worden hergebruikt, gerecycled of gecomposteerd. Bovendien wordt, door een gebouw te voorzien van een materialenpaspoort, het hergebruik van materialen eenvoudiger.
Ontwerpfase
Vooral in de ontwerpfase liggen er kansen om het beter te doen. Dat is het moment waarop projectontwikkelaars moeten besluiten dat er geen giftige stoffen worden toegepast. Lennert de Rooij beveelt daarbij aan om sloopbedrijven te betrekken in de ontwerpfase. Een sloper weet exact óf en hoe hij een materiaal kan hergebruiken, recyclen, of het uit elkaar is te halen, enzovoorts.
Het onderzoek “Wat zijn de effecten van toxische substanties op circulair bouwen en de gezondheid van de eindgebruiker, en hoe kunnen wij die toxische substanties weren?” is een vervolg op de Verkenning schone en smet(te)loze materiaalstromen, uitgevoerd door Dutch Green Building Council (DGBC) en haar partners in 2020.
Bron: Gif in bouwmaterialen belemmert circulair bouwen | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel