De salderingsregeling, die duurzame opwek van zonne-energie door consumenten stimuleert, mag alleen worden afgebouwd als er een goed werkend alternatief is.
Zo niet, dan is het risico groot dat de animo voor verduurzaming bij huurders en woningeigenaren afneemt. Dat zeggen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Vereniging Eigen Huis, Aedes en de Consumentenbond.
Plenair debat over wetsvoorstel Afbouw salderingsregeling
Op 6 februari vindt in de Eerste Kamer een plenair debat plaats over het wetsvoorstel Afbouw salderingsregeling van minister Jetten (Klimaat & Energie). Het wetsvoorstel gaat uit van het stapsgewijs afbouwen voor zonnepaneelbezitters tussen 2025 en 2031. Na die tijd kunnen consumenten hun in de zomer opgewekte stroom niet meer verrekenen met hun verbruik in de winter.
Vol onzekerheden
De subsidie op zonnestroom bestaat sinds 2004. Al enkele jaren wil de overheid de regeling geleidelijk afbouwen. Zonnepanelen zijn inmiddels een stuk goedkoper geworden. Ook wordt de subsidie als niet eerlijk ervaren, omdat alle huishoudens, ook die zonder panelen, eraan meebetalen.
De vijf belangenorganisaties zijn dan ook niet tegen de afschaffing van de regeling op zich. Maar hun bezwaar is dat het huidige wetsvoorstel vol onzekerheden zit. Wanneer het wordt aangenomen, zullen huishoudens verder afhaken bij het kopen of aanleggen van zonnepanelen. De partijen zien nu al dat de animo bij particulieren voor zonnepanelen fors terugloopt. Ze roepen daarom in een brief de Eerste Kamer op om het wetsvoorstel niet te steunen.
Geen garantie terugverdientijd
De minister zegt dat zonnepanelen in zeven jaar terugverdiend worden, maar hij biedt hiervoor geen garantie, aldus de briefschrijvers. Zonder deze garantie wordt het te onzeker voor kopers om in zonnepanelen te investeren.
Daarnaast hebben de organisaties kritiek op de gedateerde gegevens waar de minister zich op baseert. Zo houdt hij er geen rekening mee dat steeds meer energieleveranciers de kosten voor salderen afwentelen op zonnepaneelbezitters. En gaat hij ervan uit dat zonne-installaties goedkoper worden in de toekomst. Een wetsvoorstel baseren op onzekere aannames vinden de organisaties riskant.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Thuisbatterij nog geen reële oplossing
Volgens de belangenbehartigers is de minister ook veel te optimistisch over de mogelijkheden die consumenten hebben om stroom te gebruiken op het moment dat zij die opwekken. Slimme apparaten die hierop kunnen inspelen zijn er nog nauwelijks en ook de thuisbatterij is volgens studies de komende 15 jaar nog geen reële oplossing. Dat laatste wordt door de minister onderkend. En zelfs als deze technieken ruimschoots beschikbaar zijn, zijn ze voor veel huishoudens te duur.
Duidelijke spelregels nodig
Een andere onzekerheid in het wetsvoorstel is de terugleververgoeding. De stroom die consumenten opwekken en niet zelf gebruiken, kunnen zij teruggeven aan het net. Daar krijgen ze een vergoeding voor van de energiemaatschappij. In 2025 en 2026, zo staat in het voorstel, moet dit minimaal 80% van het kale levertarief zijn.
Na 2026 bepaalt de markt de hoogte van de vergoeding, waarbij de Autoriteit Consument & Markt tweejaarlijks evalueert of die vergoeding redelijk is. “De huidige wildgroei aan maatregelen die energieleveranciers nu treffen ten nadele van huishoudens met zonnepanelen, illustreert wat er kan gebeuren als duidelijke spelregels ontbreken en het aan de markt zelf wordt overgelaten”, aldus de briefschrijvers. De organisaties willen een gegarandeerde langjarige minimumvergoeding in de wet.
Huurders
De onzekerheden zijn ook funest voor de verdere uitrol van zonnepanelen op huurhuizen. Verhuurders kunnen huurders zonnepanelen aanbieden in ruil voor hogere servicekosten. Maar als de huurder daar geen substantiële vermindering van de energierekening tegenover ziet, haakt hij af.
Minister Jetten wil de sector tegemoetkomen met een investeringssubsidie van € 100 miljoen, maar dat is volgens de belangenorganisaties bij lange na niet genoeg om 1,2 miljoen huurwoningen van installaties te kunnen voorzien. Het potentieel van huurdaken om bij te dragen aan verduurzaming blijft dan voor een groot deel onbenut.
‘Bied voldoende alternatieven’
Kortom, afbouw van de salderingsregeling kan alleen worden overwogen als het alternatief voldoende zekerheid en vertrouwen geeft aan huurders en woningeigenaren met een kleine portemonnee, aldus de belangenbehartigers.
Bron: Oproep aan Eerste Kamer: laat salderingsregeling intact zolang er geen goed alternatief is | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel