Het doel om 100.000 nieuwe woningen per jaar te bouwen komt volgens minister Keijzer pas in 2027 in zicht. In 2024 kwamen er 82.000 woningen bij, waarvan 62.000 door nieuwbouw.
De overige 20.000 huizen kwamen erbij door het beter benutten van bestaande bouw, zoals transformatie en het splitsen van woningen. Het vorige kabinet had zich tot doel gesteld tot 2030 100.000 woningen per jaar toe te voegen.
Bouwdip
Daarmee is de bouwdip die al eerder werd voorspeld – vooral veroorzaakt door een hoge rente en stijgende kosten – terug te zien in de cijfers. Naar verwachting zal de dip ook in 2025 nog voortduren. De cijfers komen uit de jaarlijkse Staat van de Volkshuisvesting 2024 die minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) op 20 januari naar de Tweede Kamer stuurde.
Het rapport stelt de prognose dat het bouwtempo zich in 2026 herstelt en dat de productie vanaf 2027 stijgt naar 100.000 woningen per jaar. Hiervoor is wel blijvende inzet nodig van alle betrokken partijen, stelt Keijzer.
Tekst gaat verder onder grafiek
Nieuwe woningen door nieuwbouw en overig. Bron: Ministerie van VRO.
Bouwtempo omhoog
In het rapport staat dat er op nationaal niveau bijna voldoende bouwplannen zijn om het benodigde aantal woningen te bouwen. Het aantal verleende bouwvergunningen neemt sinds begin 2024 weer toe. In het derde kwartaal waren dat er 21% meer dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het aantal afgegeven vergunning is een goede indicator voor de productie in de komende jaren.
Provincies hebben plannen voor ruim een miljoen nieuwe woningen tot 2030. Het streven is een plancapaciteit van 130% van de behoefte, omdat plannen vertraging kunnen oplopen of niet door kunnen gaan.
Raad van State zet stikstofkwestie opnieuw op scherp
Dat die aanname reëel is, bleek eind vorig jaar met een nieuwe uitspraak van de Raad van State. Met die uitspraak wordt het zogenoemd ‘intern salderen’ van stikstofuitstoot beperkt. Tot die tijd konden bedrijven die minder stikstof uitstoten dan het maximum dat hun vergunning toeliet, de overgebleven ruimte gebruiken voor iets anders dat stikstof uitstoot. De uitspraak maakt daar een einde aan. Het besluit geldt bovendien met terugwerkende kracht tot 2020. Bedrijven die sinds dat jaar hun activiteiten op deze manier hebben uitgebreid, horen nu dat ze daar geen vergunning voor blijken te hebben.
“Maatregelen die we nu inzetten, werpen op z’n vroegst over enkele jaren z’n vruchten af.”
– Mona Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
‘Belemmeringen wegnemen’
Landelijk is de plancapaciteit nu 126%. In vijf provincies zijn voldoende plannen. Provincies moeten nog wel plannen maken om na 2030 het realisatietempo van 100.000 nieuwe woningen per jaar vol te kunnen houden, stelt de minister. 15 tot 20% van de woningbouwopgave wordt gerealiseerd door splitsing, transformatie en overige vormen van verbouw; in 2023 waren dit 14.518 woningen. In 2024 waren het er dus fors meer, blijkt uit de cijfers.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Plancapaciteit per provincie. Bron: Ministerie van VRO.
“Het woningtekort blijft hoog. Maatregelen die we nu inzetten, werpen op z’n vroegst over enkele jaren z’n vruchten af”, schrijft minister Keijzer in het rapport. “Maar iedere stap is er één. Speerpunt is het wegnemen van belemmeringen voor nieuwbouw, zoals stapeling van lokale regels en procedures, en de inzet op het beter benutten van bestaande gebouwen. Op de Woontop hebben we met betrokken partijen de eerste aanzet gegeven. Dit jaar gaan we daar volop mee verder.”
Behalve de woningproductie gaat het rapport onder meer ook in op betaalbaarheid en verduurzaming.
Bron: Minister: 100.000 huizen per jaar haalbaar in 2027 | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel