Het aandeel gereguleerde huurwoningen daalde in 2021 tot minder dan 34% van het totale aantal bewoonde woonruimten. Het aandeel geliberaliseerde huurwoningen verdubbelde in dezelfde periode daarentegen tot bijna 8%. Dat meldt het CBS.
In 2012 lag het aantal gereguleerde huurwoningen nog op ruim 37%. Vooral bij private verhuurders zijn relatief minder gereguleerde huurwoningen beschikbaar. Per gemeente varieert het gereguleerde segment van 15% tot meer dan 45%. Het kabinet maakte juist in mei bekend met het programma ‘Een thuis voor iedereen’ te streven naar een landelijke spreiding van 30% sociale verhuur per gemeente.
Tussen 2012 en 2021 nam het aantal bewoonde woonruimten met ruim 600.000 toe. Die stijging komt voor rekening van de geliberaliseerde huurwoningen en de koopwoningen. Het aantal geliberaliseerde huurwoningen met een kale maandhuur tot €1.000 (de ‘middenhuur’) steeg tot bijna 400.000 in 2021 (5% van de bewoonde woonruimten).
Private verhuurders
De voorraad huurwoningen in de vrije sector bij private verhuurders steeg de afgelopen jaren fors. In 2021 bestond de helft van hun portefeuille uit geliberaliseerde huurwoningen, terwijl dat in 2012 nog maar een kwart was. Dit kan het gevolg zijn van het bouwen van nieuwe woningen, maar ook van voormalige koopwoningen of gereguleerde huurwoningen die nu in de vrije sector worden verhuurd.
Het aantal huurwoningen van woningcorporaties en de samenstelling ervan is tussen 2012 en 2021 nauwelijks veranderd. Zowel bij woningcorporaties als private verhuurders is het aantal gereguleerde huurwoningen licht gedaald.
Tekst loopt door onder de afbeelding
© CBS
Grote steden
De ontwikkelingen in de grootste gemeenten wijken af van de landelijke ontwikkeling. In Amsterdam is het aandeel huurwoningen in de vrije sector meer dan verdubbeld, van 9% in 2012 tot 22% in 2021. Vooral het aandeel geliberaliseerde huurwoningen vanaf €1.000 euro groeide flink. Het gereguleerde segment kromp tot 47% in 2021.
Ook in Den Haag en Utrecht steeg het aandeel van de vrije sector. Hier daalde bovendien het aandeel koopwoningen. De ontwikkeling in Eindhoven was weer anders: hier steeg het aandeel gereguleerde huurwoningen juist, terwijl het aandeel geliberaliseerde huurwoningen tot €1.000 daalde.
Flinke variatie
In het merendeel van de Nederlandse gemeenten (191 gemeenten) was het aandeel gereguleerde huurwoningen per 1 januari 2019 minder dan 28%. In Alphen-Chaam, Eijsden-Margraten, Veere, Bergeijk, Oirschot en Reusel-De Mierden lag het aandeel rond 15%.
In 92 gemeenten was het aandeel 32% of meer, in Groningen, Vlaardingen, Heerlen, Delft, Amsterdam en Rotterdam zelfs meer dan 45%. In de resterende gemeenten lag het aandeel gereguleerde huurwoningen tussen de 28 en 32% en schommelde daarmee rond de streefwaarde van het kabinet.
Tekst loopt door onder de afbeelding
© CBS
Prestatieafspraken
Minister De Jonge, Aedes, Woonbond en VNG maakten in september ambitieuze prestatieafspraken voor de volkshuisvesting. Een ervan is verdubbeling van de bouwproductie van sociale huurwoningen.
Naast gereguleerde en geliberaliseerde huurwoningen (samen ruim 41% in 2021) bestaan de bewoonde woonruimten uit koopwoningen (58%) en woningen waarvan het eigendom niet kon worden vastgesteld, zoals woonboten en woonwagens.
Bron: Aantal geliberaliseerde huurwoningen verdubbeld | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel