Hypotheekadviseurs vragen klanten niet altijd voldoende door naar bijvoorbeeld mogelijke risico’s bij het betalen van de woonlasten. Daardoor is er onder andere niet genoeg zicht op hun uitgavenpatroon, blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Die geeft daarom diverse aanbevelingen.
› Lees onderaan het artikel welke 11 aanbevelingen de AFM doet ‹
Voor het onderzoek zijn 60 hypotheekdossiers van 36 kantoren beoordeeld. Ook zijn er verschillende achtergrondgesprekken over de adviespraktijk gevoerd.
Adviseurs vragen in principe naar alle verplichte elementen bij hun klanten, blijkt uit het onderzoek. Die elementen zijn de financiële positie van de klanten, hun doelstellingen, hun risicobereidheid, hun kennis en hun ervaring. Maar sommige onderwerpen blijven een aandachtspunt, schrijft de AFM. “Zo constateren wij dat bij het bepalen of de woonlasten wel verantwoord zijn, adviseurs niet altijd genoeg doorvragen naar het uitgavenpatroon van de klant.”
Ook gaan de adviseurs niet voldoende in op tegenstrijdigheden in de risicobereidheid van de klant, zegt de toezichthouder. “Zo zagen we dat een klant aangeeft zich niet te willen verzekeren tegen het risico op overlijden, maar tegelijkertijd de partner wel verzorgd wil achterlaten. Terwijl dit op basis van de bestaande voorzieningen van de klant niet mogelijk is.”
Hypotheekadviseur moet verder gaan dan wensen klant
De adviseur kan van veel toegevoegde waarde zijn voor een klant, zegt de AFM. Tijdens een oriëntatiegesprek kan die de huizenkoper duidelijk maken dat een passende lening niet per definitie overeenkomt met het maximale leenbedrag. En bij het geven van het advies is het belangrijk dat de adviseur verder gaat dan alleen het vervullen van de wensen van de klant, aldus de toezichthouder.
De AFM verwacht van hypotheekadviseurs dat ze aan de hand van het rapport bekijken welke onderdelen van hun adviesdienstverlening zij kunnen verbeteren.
De AFM komt in het rapport op 11 verwachtingen ten aanzien van hypotheekadviseurs:
De oriëntatiefase
Het is belangrijk dat de adviseur in het oriëntatiegesprek bij meer dan alleen het maximale hypotheekbedrag stilstaat.
Adviseurs kunnen de oriëntatiefase gebruiken om alvast aandacht te vragen voor de onderwerpen die later in het adviesgesprek aan bod komen, zodat de klant op dat moment voorbereid aan tafel zit.
Het gesprek met de klant
Het is belangrijk dat adviseurs voldoende informatie uitvragen over de financiële positie van de klant om een passend advies te kunnen geven over de hoogte van de hypotheek.
Vragenlijsten mogen klanten niet (te veel) sturen of beperken.
Het is belangrijk dat de adviseur waar nodig kritisch doorvraagt op de antwoorden die de klant geeft. Vooral wanneer de adviseur tegenstrijdigheden constateert of twijfelt aan een antwoord.
Het is cruciaal dat adviseurs voldoende aandacht besteden aan het fiscale verleden van de klant en hem of haar hierover juist informeren.
De gevolgen van relatiebeëindiging zijn altijd expliciet en klantspecifiek onderdeel van het adviesgesprek.
Duurzaamheid verdient voldoende aandacht in het advies.
De rol van de adviseur
Het is belangrijk dat adviseurs zelfstandig tot een advies komen.
De adviseur is verantwoordelijk voor een persoonlijk, correct, bondig en begrijpelijk adviesrapport.
De adviseur maakt duidelijk wat de klant mag verwachten van nazorg.
Bron: AFM geeft aanbevelingen voor beter advies hypotheekadviseurs | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel