Bewoners moeten zelf meer doen om hitte in hun woning te bestrijden. Dat schrijft woonminister Mona Keijzer op Kamervragen van NSC. Ook huurders kunnen maatregelen nemen tegen hittestress, voordat naar de verhuurder wordt gekeken.
De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening reageert op een bericht in Trouw van begin juli over eisen aan woningen vanwege hittestress. Daarin staat dat bijna 10 miljoen Nederlanders, van wie zo’n 2 miljoen ouderen, in een huis wonen waarvan de hittescore volgens de huidige bouwrichtlijnen te hoog is. Vooral ouderen kunnen daar gezondheidsklachten door krijgen. Voor NSC-Tweede Kamerleden Merlien Welzijn en Agnes Joseph was dit nieuws aanleiding kritische vragen te stellen aan minister Keijzer.
Volgens de krant zegt het ministerie van Binnenlandse Zaken dat het in overleg is met de Huurcommissie om te kijken of hittestress makkelijker als officieel gebrek van een woning kan worden bepaald.
Ventilatie en zonwerende maatregelen tegen hittestress
De minister herkent zich deels in het onderzoek. Ze schrijft: ‘Het klopt dat er woningen zijn die in de zomer snel kunnen opwarmen. Met name voor mensen met een zwakke gezondheid kan dit een probleem zijn. Echter kan een groot deel van de mensen, ook senioren, hier zelf iets aan doen’.
Ze vervolgt: ‘Weten hoe te handelen tijdens hitte is een belangrijke verantwoordelijkheid van zowel eigenaar-bewoners als huurders’. Ze beveelt aan dat eigenaren, als zij gaan isoleren, ook nadenken over maatregelen die hittestress tegengaan. Denk aan ventilatie en zonwerende maatregelen.
Lees ook: Klimaatlabel nog geen praktijk, maar risico’s per woning al wel in kaart te brengen
Minister plaatst vraagtekens bij onderzoek
De minister vraagt zich overigens af of het onderzoek van de onderzoeksjournalisten van Investico, waaraan wordt gerefereerd in het artikel in Trouw, wel klopt. Dat schrijft Stadszaken.nl. Ze stelt dat de journalisten hun uitkomsten baseren op een beperkte dataset en dat het CBS met andere uitkomsten werkt.
Daarbij komt dat het artikel van Trouw is gepubliceerd vóór aanpassing van de regels. Voor nieuwbouw gelden er sinds 2021 eisen aan de kans op oververhitting. Voor bestaande bouw wordt op het energielabel aangegeven of er een hoog of laag risico is op oververhitting.
‘Zonwering werd niet meegenomen bij de opname van bestaande woningen, waardoor een vertekend beeld ontstaat bij de risico-indicatie bij de bestaande bouw.’ De regels zijn sinds deze zomer aangepast.
Actieagenda in 2025
Ook wijst Keijzer erop dat woningen die nu wellicht te warm worden, ooit zijn gebouwd onder de toen geldende regels. ‘Als iemand in het verleden volgens de destijds geldende regels heeft gebouwd, kan die persoon niet zonder meer worden gedwongen om het gebouw aan te passen aan de nieuwe regels.’
Keijzer ziet naar aanleiding van dit onderzoek niet direct aanleiding om in actie te komen. Een speciale subsidie voor het aanpakken van hittestress in bestaande huizen lijkt er niet te komen. Een actieagenda hitte wordt volgend jaar verwacht.
Grote verschillen tussen gemeenten
Op de website van AD.nl is te zien in welke delen van het land hittestress groot is. Vooral tussen verstedelijkte en niet-verstedelijkte gebieden is er verschil. In gemeenten als Kampen (63,9 procent) en Deventer (62,3 procent) wordt het in een groot deel van de woningen te heet. In Dalfsen (40,8 procent) en Staphorst (43,2 procent) liggen de aantallen een stuk lager.
Bron: Minister Keijzer: bewoners vooral zelf verantwoordelijk voor hittestress in woning | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel