Vastgoedinvesteerders hebben in het tweede kwartaal opnieuw meer woningen verkocht dan gekocht. Voor het eerst sinds 2010 zijn er minder huurwoningen op de markt dan een jaar geleden.
In het tweede kwartaal verkochten verhuurders bijna 16.400 woningen. Dat is ruim 42% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Kadaster.
Investeerders kochten in dezelfde periode ongeveer 7.800 woningen. Dat is weliswaar 50% meer dan in hetzelfde kwartaal van 2024, maar ook aanzienlijk minder dan het aantal verkopen.
Aanbod huurwoningen gekrompen
Investeerders verkochten hun woningen vooral aan eigenaar-bewoners. Dat betekent dat er huurwoningen van de markt verdwenen en als koopwoning werden toegevoegd.
Sinds 2023 neemt dit verschil tussen aan- en verkopen door investeerders toe. Nu heeft dat er voor gezorgd dat het aanbod van huurwoningen voor het eerst sinds 2010 kleiner is dan een jaar eerder, meldt het Kadaster. 2010 is het eerste jaar waarover het Kadaster deze aantallen bijhoudt.
Tekst gaat verder onder grafiek
Vooral kleinere huurwoningen uitgepond
Investeerders verkochten vooral relatief kleine woningen. Deze vallen relatief vaak onder de Wet betaalbare huur, waardoor er een maximumhuurprijs geldt. De gemiddelde verkoopprijs van deze woningen was ook lager dan die van andere koopwoningen.
(Toekomstige) eigenaar-bewoners betaalden gemiddeld € 383.000 voor een woning die zij kochten van een investeerder. Dat was ongeveer 1% meer dan 1 jaar geleden. Eerder dit jaar noteerde de NVM al een kleine prijsdip als gevolg van dit ‘uitponden’ van huurwoningen.
Vooral koopstarters profiteerden hiervan. Ongeveer twee derde van de woningen die investeerders verkochten aan eigenaar-bewoners, werd gekocht door mensen die voor het eerst een huis kochten. Starters betaalden gemiddeld € 350.000 voor een woning die zij kochten van een investeerder. Dat was lager dan de € 396.000 die zij gemiddeld op de hele woningmarkt betaalden.
Tekst gaat verder onder grafiek
Woningen die door investeerders werden gekocht om te verhuren, waren vaak relatief groot. Grotere woningen vallen vaak nog in de vrije sector, waardoor verhuurders zelf de huurprijs mogen bepalen.
Verkopen door particuliere investeerders
Vooral particuliere investeerders verkochten veel woningen aan eigenaar-bewoners. Zij verkochten ongeveer 4.530 woningen. Tegelijkertijd kochten particuliere investeerders ongeveer 620 woningen van eigenaar-bewoners. Het verschil tussen aan- en verkoop is 3.910 woningen. In 2023 was dit verschil per kwartaal veel kleiner, gemiddeld 1.800 woningen.
Bedrijfsmatige investeerders kochten in het tweede kwartaal ongeveer 540 woningen van eigenaar-bewoners. Tegelijk verkochten zij ongeveer 2.820 woningen aan eigenaar-bewoners. Het verschil tussen aankoop en verkoop was dus 2.280 woningen. In 2023 was dit gemiddeld nog 930 woningen per kwartaal. Bedrijfsmatige investeerders verkochten altijd al meer dan zij kochten. Dit komt doordat zij ook nieuwe woningen laten bouwen om deze te verkopen.
De verkoop van tweede huizen is niet meegenomen in de Kadastercijfers
Bron: Opnieuw meer huurwoningen verkocht; minder woningen te huur dan jaar eerder | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel
