Het Rijk raakt de flexwoningen die het laat bouwen tegen woningnood maar moeizaam kwijt aan gemeenten en corporaties. Zij lopen tegen verschillende problemen aan bij de plaatsing van de woningen.
De overheid liet in december via een snelle aanbesteding voor €200 miljoen ruim tweeduizend kant- en klare flexwoningen bouwen. De woningen zijn bedoeld om snel verlichting te bieden voor de woningnood. Vóór 2024 moeten er 37.500 tijdelijke huizen bijkomen in Nederland voor spoedzoekers zoals studenten, statushouders en mensen die in scheiding liggen.
Maar met de afzet van de kant-en-klare huizen wil het niet goed lukken, schrijft het FD. Het Rijksvastgoedbedrijf zoekt nog afnemers voor ruim achthonderd van de tweeduizend woningen, laat een woordvoerder van minister Hugo de Jonge aan de krant weten.
Tientallen tijdelijke woningen staan nu in opslag bij de fabrikant of op terrein van het Rijksvastgoedbedrijf. Onderzoeken, aansluitingen op infrastructuur en omwonenden die bezwaar maken, zorgen ervoor dat er tientallen gemeenten interesse hebben maar niet overgaan tot aanschaf, meldt het ministerie van Volkshuisvesting in een persbericht.
Flexwoningen voldoen niet aan eisen
Gemeenten en woningbouwcorporaties blijken om verschillende redenen te twijfelen aan de plaatsing van tijdelijke woningen. De door het Rijk bestelde woningen voldoen vaak niet aan de eisen van gemeenten en corporaties. De flexwoningen die zijn gebouwd zijn drie verdiepingen hoog, terwijl sommige gemeenten alleen grondgebonden woningen willen of juist meer verdiepingen. De huizen worden bovendien in percelen van 48 stuks geleverd, wat soms te veel is voor de beschikbare kavels.
Daarnaast is er een exploitatierisico dat corporaties afschrikt. Tijdelijke woningen kunnen maar vijftien jaar op één plek staan. Dat is te kort voor corporaties om quitte te spelen met hun investering. Minister De Jonge wil dat ondervangen met een financiële herplaatsingsgarantie. Mocht het niet lukken om na vijftien jaar een nieuwe locatie te vinden, dan neemt het Rijk het verlies op zich.
Weerstand van omwonenden bij de plaatsing van flexhuizen is ook een obstakel. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wees er vorig jaar al in een rapport op dat flexwoningen vaak een slecht imago hebben en dat dit de plaatsing ervan belemmert. Flexwoningen vragen om een nauwkeurige aanpak, aldus het PBL. Als een project onzorgvuldig wordt opgezet, dan kan dat leiden tot onprettige woonsituaties en verdere stigmatisering van het flexwonen.
Delft en Leeuwarden nemen tijdelijke woningen af
In december gaf het Rijk aan negen bouwbedrijven de opdracht om flexwoningen te bouwen. Er was toen nog geen concrete afzet. De zoektocht blijkt weerbarstiger dan gehoopt, erkent De Jonge.
Inmiddels zijn er al wel 84 flexwoningen geplaatst in Delft en gaat ook Leeuwarden tijdelijke woningen afnemen. Ook het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) heeft bestellingen geplaatst, maar waar die huizen moeten komen is nog onbekend.
Vooruitlopen op Omgevingswet
Het Rijk schrijft intussen in een persbericht dat het vooruitlopen op de Omgevingswet kan leiden tot een snelle plaatsing van 3200 flexwoningen. Door een beroep op de Crisis- en herstelwet is het mogelijk om alvast te anticiperen op Omgevingswet. Hierdoor is geen uitgebreide voorbereidingsprocedure nodig bij het verlenen van een omgevingsvergunning. Dit levert een tijdswinst op van minimaal twaalf weken.
Bron: Rijk raakt flexwoningen tegen woningnood niet kwijt | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel