Verhuurders van woningen mogen voortaan nog maximaal twee maanden borg vragen van een huurder. Deze en andere maatregelen om huurders te beschermen, staan in de wet Goed verhuurderschap. De wet is met een ruime meerderheid aangenomen door de Tweede Kamer.
Huurders krijgen door de wet meer bescherming tegen bijvoorbeeld extreem hoge huren, slecht onderhouden woningen, overbewoning en hoge servicekosten.
Verhuurders mogen niet alleen maximaal twee maanden borg vragen, ze moeten huurders ook meer informatie geven over de hoogte en de voorwaarden van de borg. Bovendien moeten zij maximaal twee weken na het vertrek van de huurder de borg hebben terugbetaald. Alleen als er sprake is van nog niet herstelde schade of als de huurder de huur niet heeft betaald, mag de verhuurder de borg later terugbetalen.
Uitbuiting door verhuurder tegengaan
In de wet staan ook bepalingen die discriminatie van huurders en uitbuiting van arbeidsmigranten moeten tegengaan. Gemeenten kunnen als dat nodig is een verhuurvergunning instellen. Zo’n vergunning moet tegengaan dat verhuurders misbruik maken van huurders in een kwetsbare sociaal-economische positie, zoals arbeidsmigranten. De gemeente kan als dat nodig is, extra eisen stellen aan verhuurders rond het onderhoud van de woning en de maximale huurprijs.
Huurovereenkomst op papier
Verder staat in de wet dat de huurovereenkomst altijd op schrift moet staan. Ook heeft de verhuurder de plicht om de huurder goed te informeren over rechten en plichten rond het gehuurde. Daarnaast is voor verhuurbemiddelaars een verbod opgenomen op het vragen van dubbele bemiddelingskosten.
Bron: Verhuurder mag maximaal twee maanden borg vragen | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel