De Tweede Kamerverkiezingen van dit jaar kennen één onmiskenbare rode draad: wonen. Vrijwel alle politieke partijen wijden aanzienlijke aandacht aan het woningtekort, de betaalbaarheid van huur- en koopwoningen en de regie over woningbouw.
Wat opvalt in de verkiezingsprogramma’s is dat wonen overal bovenaan de agenda staat. Partijen van links tot rechts erkennen dat de woningnood urgent is en vragen om stevige maatregelen. Daarbij klinkt de roep om meer centrale regie steeds luider. Veel partijen pleiten voor de terugkeer van een ministerie van Wonen en voor nationale bouwplannen. Ook wordt voorgesteld om de regeldruk te verlagen en procedures te versnellen, zodat vergunningen sneller kunnen worden afgegeven.
Daarnaast zijn de ambities voor nieuwbouw hoog: sommige partijen willen tot een miljoen woningen bouwen, terwijl anderen inzetten op 100.000 woningen per jaar. Er is brede steun voor meer betaalbare en sociale woningen, evenals maatregelen tegen speculatie en leegstand. De meeste partijen willen ook dat duurzaamheid en leefbaarheid integraal onderdeel zijn van nieuwbouwprojecten.
VVD: ruimte voor de markt en versnellen van bouw
De VVD ziet de wooncrisis in de eerste plaats als het gevolg van overregulering en pleit daarom voor het terugdringen van overheidsbemoeienis. De partij wil particuliere investeerders meer ruimte geven, is kritisch op de Wet betaalbare huur en wil de bouw versnellen via bindende bouwafspraken met lagere overheden. Ook wil de VVD de hypotheekrenteaftrek behouden en zet zij in op vergroening van woonwijken, mits dit de bouw niet vertraagt.
PVV: snelle bouw, lagere huur en minder regels
De PVV reageert op de wooncrisis met nadruk op snelheid en het behoud van bestaande koopvoordelen. Zij willen dat de centrale regie terug naar het Rijk komt, met een minister van Wonen aan het roer. Hervormingen zoals het schrappen van stikstof-, PFAS- en milieuregels moeten de bouw versnellen. Bouwen moet snel en overal kunnen plaatsvinden, in de stad en daarbuiten. De partij richt zich op het vergroten van het aanbod van betaalbare huurwoningen, maar benadrukt tegelijkertijd het behoud van de hypotheekrenteaftrek als fundament.
D66: 10 nieuwe steden en meer woonvormen
D66 wil 10 nieuwe steden bouwen. De partij wil meer bescherming voor huurders en pleit voor nieuwe woonvormen zoals groepswoningen en levensloopbestendig bouwen. D66 wil een landelijke ‘bouwbaas’ aanstellen om lokale barrières te doorbreken en stelt voor dat bouwprojecten door kunnen gaan, ook wanneer er nog bezwaarprocedures lopen, met achteraf mogelijke compensatie. Om de woningmarkt eerlijker te maken, wil de partij de hypotheekrenteaftrek versneld afbouwen, in combinatie met aanpassingen aan het eigenwoningforfait.
PvdA/GroenLinks: nationale regie en betaalbaar bouwen
De combinatie PvdA/GroenLinks komt met een Nationaal Woningbouw Plan waarin jaarlijks 100.000 betaalbare woningen moeten worden gerealiseerd. Daarbij hoort een minister van Wonen met verregaande bevoegdheden. De partijencombinatie wil woningspeculatie tegengaan, bijvoorbeeld door vastgoedspeculanten die woningen leeg laten staan, aan te pakken. En met een opkoopbescherming die starters beschermt. Financieel stellen zij stapsgewijze afbouw van de hypotheekrenteaftrek voor, met compensatie via eigenwoningforfait en inkomstenbelasting.
SP: publieke regie en beperking fiscale scheefgroei
De SP pleit voor een radicale koerswijziging waarin de overheid de regie stevig in handen neemt. De partij wil een nationaal bouwplan onder leiding van een ministerie van Wonen, met als doel betaalbare woningen te realiseren voor mensen met lage en middeninkomens. Speculatie moet worden bestreden door verhuurders te beperken in het kopen en doorverkopen van woningen. De SP wil de huren verlagen, sociale huurwoningen behouden voor de publieke sector, eist scherpe voorwaarden bij nieuwbouwprojecten en wil de hypotheekrenteaftrek beperken, zeker voor hoge hypotheken.
Overige partijen
Ook de andere partijen spreken zich nadrukkelijk uit over wonen. De ChristenUnie pleit, net als Volt, voor een ministerie van Volkshuisvesting en een langjarige woningbouwagenda. De Partij voor de Dieren wil de veestapel inkrimpen om ruimte te creëren voor woningbouw, pleit voor het transformeren van bedrijventerreinen en stelt voor om distributiecentra terug te dringen. Nieuw Sociaal Contract wil de woningcrisis aanpakken met bindende bouwafspraken, uitbreiding van huurprijsbescherming, afschaffing van de verhuurdersheffing en versterking van woningcorporaties.
JA21 wil nieuwe Vinex-wijken bouwen en de recreatieve woningbouw aan banden leggen. FvD stelt voor generatiewoningen te stimuleren en wil dat ‘gewortelde’ Nederlanders voorrang krijgen bij woningtoewijzing. Ouderenpartij 50PLUS wil inzetten op meer betaalbare seniorenwoningen en stelt verhuisbonussen voor om doorstroming te bevorderen. BIJ1 wil wonen als grondrecht verankeren en staat open voor legalisering van kraken bij langdurige leegstand. DENK richt zich vooral op het tegengaan van discriminatie op de woningmarkt, onder andere via mystery guests.
Doorrekening door het CPB
De meeste politieke partijen laten hun verkiezingsprogramma doorrekenen door het CPB. Het rapport daarvan verschijnt op 10 oktober. De Startnotitie van dit rapport is al wel openbaar: daarin beschrijft het CPB hoe het proces en de inhoud van de doorrekening worden aangepakt.
Aanpak woningmarkt steeds urgenter
Dat het woonbeleid dringend om nieuwe impulsen vraagt, is duidelijk. Ook in het tweede kwartaal van dit jaar kwamen er minder nieuwbouwwoningen bij dan een jaar geleden. Bovendien zijn er minder bouwvergunningen afgegeven. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe kwartaalcijfers over de bouw.
Bron: Wonen centraal in verkiezingsprogramma’s | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel
