Een toenemend aantal huiseigenaren zegt bereid te zijn om een deel van hun woning te verhuren: 6%. In 2018 was dat nog 3%. De bereidheid om een afgescheiden woonruimte, zoals een tuinhuis of etage met eigen opgang te verhuren is zelfs vervijfvoudigd. In 2018 was dat 6%.
Dat blijkt uit het nieuwste Woonbericht van ING. Daarin zegt meer dan de helft van de ondervraagden (55%) dat kamerverhuur een goede oplossing kan zijn om de krapte op de woningmarkt op te lossen.
Huurbescherming barrière voor kamerverhuur
Een meerderheid van de ondervraagden vindt huurbescherming belangrijk. Tegelijkertijd vindt men het ook belangrijk dat de huiseigenaar kan beschikken over zijn eigendom. Een ruime meerderheid vindt het redelijk dat een huurder huurbescherming krijgt, maar het huis moet verlaten als de woning wordt verkocht. Dit is door de huidige wetgeving nu niet het geval. De helft van de koopwoningbezitters stelt dat de hoeveelheid huurbeschermingsregels ervoor zorgt dat de animo om een deel van de woning te verhuren laag is. De meeste woningbezitters denken bovendien dat het moeilijk is om een huurder uit de eigen woning te zetten. De helft begrijpt dat banken terughoudend zijn met het geven van toestemming voor verhuur.
Lees ook: ‘Beleggers verkopen recordaantal huurwoningen’
Een jaar bouwproductie
“Het klopt dat veel hypotheekverstrekkers geen toestemming geven of terughoudend zijn in het geven van toestemming voor kamerverhuur” , zegt Wim Flikweert, manager Wonen bij ING Nederland. “Huurbescherming is natuurlijk een groot goed, maar de belangen van de huiseigenaar zijn dat ook. Het zou daarom mooi zijn als er wetgeving komt die het verhuren van een deel van je woning mogelijk maakt. Bijvoorbeeld door, met inachtneming van een opzegtermijn, bij verkoop van de woning de huur te kunnen opzeggen.”
“Zelfs als maar 2% dit echt zou gaan doen staat dit gelijk aan bijna 80.000 extra woonruimtes. Dat is te vergelijken met een jaar bouwproductie,” aldus Flikweert. “40% van de respondenten vreest wel dat het gedeeltelijk verhuren van de woning een negatief effect heeft op de waarde van de woning.”
‘Hospita niet zaligmakend, maar kan wel helpen’
“Het blijft belangrijk om woningen bij te bouwen, maar omdat bouwen moeizaam gaat, zal het ook helpen als we bestaande woonruimtes beter benutten”, zegt woningmarktdeskundige Frank Wassenberg van Platform31 in een vraag-antwoordsessie van tv-programma 1Vandaag.
“Wonen bij een hospita was niet zaligmakend; denk aan de verplichte theekransjes. Maar het zou goed zijn om de positieve kanten weer onder de aandacht te brengen.”
– Frank Wassenberg, woningmarktdeskundige Platform31
“Woningdelen kan ingewikkeld en duur zijn, als je bijvoorbeeld je woning fysiek én juridisch wil splitsen tot twee afzonderlijke woningen, met ieder een eigen voordeur en huisnummer. Maar het kan ook makkelijker: je kunt iemand tijdelijk bij je laten inwonen, voor korte duur en zonder huurcontract. Of je kunt hospita worden en een kamer in het huis waar je zelf ook woont verhuren, voor langere tijd en met een contract.”
Wonen bij een hospita was vroeger heel normaal voor studenten. Het was niet altijd zaligmakend, maar het zou goed zijn om de positieve kanten weer onder de aandacht te brengen, vindt Wassenberg.
Het ING Woonbericht, te downloaden op de site van ING, meldt ook dat het vertrouwen op de woningmarkt stijgt, onder meer door de dalende hypotheekrentes
Bron: Meer huiseigenaren bereid kamer te verhuren | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel