Bijna de helft van de huiseigenaren zegt zich niet op een warmtenet aan te willen sluiten als ze nu een aanbod zouden krijgen. Ze zijn bang voor hoge kosten. Ook vinden ze de monopoliepositie van leveranciers niet prettig.
Vandaag behandelt de Tweede Kamer de Wet collectieve warmte (WCW). In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er tot 2030 1,5 miljoen woningen moeten zijn verduurzaamd. Stadsverwarming ofwel warmtenetten spelen daarbij een belangrijke rol. Daarvoor moeten de komende jaren zo’n 500.000 extra woningen op een warmtenet worden aangesloten.
Negatief beeld
Maar een meerderheid van de huiseigenaren heeft een negatief beeld van stadsverwarming. Dat blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis (VEH) onder een kleine 1.600 huiseigenaren: 51% van de ondervraagden kijkt negatief aan tegen stadsverwarming. Slechts 12% heeft er een positief beeld van.
Huiseigenaren mogen kiezen
Als een gemeente besluit dat er een warmtenet wordt aangelegd in een wijk en dus van het aardgas gaat, mogen huiseigenaren zelf kiezen wat ze doen: erop aansluiten of zelf bijvoorbeeld een warmtepomp regelen.
Slechts 32% van de woningbezitters zou een aanbod om aan te sluiten op een warmtenet accepteren, blijkt uit het onderzoek. En 48% zou dat niet doen, die zou kiezen voor bijvoorbeeld een warmtepomp.
Te hoge kosten, onduidelijkheid over de kosten op lange termijn en het feit dat je vastzit aan één aanbieder zijn voor veel huiseigenaren redenen om niet aan te sluiten. Eerder al werden trajecten voor warmtenet stopgezet vanwege dreigende hoge kosten voor bewoners.
Warmtebedrijf is monopolist in wijk
Een warmtebedrijf heeft als monopolist in een gemeente of wijk geen concurrentie. Dat betekent dat zij zonder druk van andere warmteleveranciers de tarieven kunnen bepalen. De aangesloten huishoudens kunnen niet overstappen naar een andere warmteleverancier.
VEH wil dat de politiek de overstap naar een warmtenet aantrekkelijker maakt voor consumenten. “Dat begint bij het invoeren van een acceptabel maximumtarief, zodat consumenten beschermd worden tegen te hoge prijzen en de energierekening betaalbaar blijft”, zegt Cindy Kremer, directeur Vereniging Eigen Huis.
Verder moeten bewoners bij een aanbod voor stadsverwarming duidelijk geïnformeerd worden of hun woning geschikt is en welke aanpassingen eventueel nodig zijn. Consumenten dreigen onbegrijpelijke, veel te technische informatie te ontvangen. Hierdoor is het lastig een goede keuze te maken.
Tarieven straks niet meer gekoppeld aan gasprijs
De tarieven voor stadsverwarming zijn nu nog gekoppeld aan de gasprijs, maar de nieuwe wet moet daar verandering in brengen. De prijzen worden in de toekomst gebaseerd op de daadwerkelijke kosten van een warmteleverancier. Dat is transparanter, maar biedt geen bescherming tegen te hoge prijzen. Daarom pleitte de vereniging eerder voor een maximumtarief. Minister Sophie Hermans van Klimaat maakte vorige week bekend dit inderdaad te willen invoeren.
Verlaging afsluitkosten
Daarnaast pleit de vereniging voor een drastische verlaging van de afsluitkosten. Consumenten die op een warmtenet zijn aangesloten en daar vanaf willen, moeten nu maximaal € 5.300 betalen. “Dat komt bovenop de kosten voor een warmtepomp, als je daarvoor kiest. Veel consumenten kunnen dit niet betalen. Zij voelen zich klemgezet”, benadrukt Kremer.
Bron: VEH: bijna helft huiseigenaren wil geen warmtenet | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel