Om huishoudens die in de knel zitten op de woningmarkt te helpen, is er maar één oplossing: bouwen. Dàt er wordt gebouwd, is belangrijker dan wat er wordt gebouwd, stellen onderzoekers van het Centraal Planbureau (CPB).
Het beleid van de overheid is gericht op de bouw van tweederde betaalbare nieuwbouwwoningen. Bouwbedrijven en projectontwikkelaars zetten intussen vooral in op dure woningen, omdat die de doorstroming zouden kunnen bevorderen. Het CPB deed een studie naar wat nu eigenlijk het beste werkt.
Het CPB keek naar het effect van het bouwen van verschillende soorten nieuwbouw op ‘beknelde huishoudens’. Dat zijn huishoudens die in een woning wonen, die slecht past bij hun voorkeuren en die voor hen te duur is. In de praktijk gaat het vooral om mensen met middeninkomens, stellen de onderzoekers in hun rapport.
Voor deze groep is er eigenlijk maar één goede oplossing, en dat is dat er zoveel mogelijk huizen bijkomen. Het aantal is daarbij belangrijker dan het type woningen. Een bouwprogramma met zoveel mogelijk woningen is niet alleen de beste oplossing voor huishoudens die op de woningmarkt in de knel zitten, maar vergroot ook de kansen voor starters. Kleine appartementen of huizen helpen het meest, maar grotere woningen dragen bij aan doorstroming.
Mix van type huizen
Het beste is een mix van grote woningen die voor doorstroom zorgen en appartementen of kleinere huizen waar beknelde huishoudens direct in kunnen, aldus het CPB. Nieuwbouw van grotere woningen zal ertoe leiden dat die goedkoper worden voor de huishoudens die willen doorstromen van een kleine naar een grotere woning. Ze krijgen dan wel minder snel een woning die goed aansluit bij hun wensen. Een bouwprogramma dat zich volledig richt op doorstroming, is daarom niet optimaal.
Omgekeerde doorstroming
Bij een te eenzijdig bouwprogramma kan ‘omgekeerde doorstroming’ optreden, waarbij rijkere huishoudens verhuizen naar nieuwbouwwoningen die bedoeld zijn voor beknelde huishoudens, omdat de prijs van deze woningen harder daalt dan van andere woningen. Dit effect is volgens de onderzoekers te beperken door ook woningen voor andere groepen te bouwen. Zo maken beknelde huishoudens meer kans op een passende woning.
Mismatch nieuwbouw minder van toepassing
De bevindingen van het CPB staan in contrast tot eerdere bevindingen van onder meer WoningbouwersNL. Die stelde de afgelopen jaren dat er een mismatch is tussen de vraag naar bepaalde woningtypen en het aanbod. Dit omdat er voornamelijk appartementen bijkomen en binnenstedelijke bouw, terwijl vooral behoefte is aan eengezinswoningen.
Herverdeling woningvoorraad
Naast zoveel mogelijk nieuwbouw, raadden de CPB-onderzoekers aan om te kijken naar een goede herverdeling van de bestaande woningvoorraad. Dit kan enerzijds door woningdelen, splitsing enzovoort, maar ook door het fiscaal minder aantrekkelijk maken van eigen woningbezit, aldus het CPB. Maar de onderzoekers zeggen niet te kunnen inschatten of dit ook daadwerkelijk de huishoudens gaat helpen die in de knel zitten.
Bron: CPB: zoveel mogelijk bouwen belangrijker dan type nieuwbouw | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel