Het afgelopen 2e kwartaal kenmerkte zich door het laagste aantal woningtransacties van alle 2e kwartalen sinds 2015. Het Kadaster beschouwt de recente ontwikkelingen als een voorbode voor een rustiger woningmarkt.
Behalve externe ontwikkelingen als rentestijgingen en inflatie spelen bij de woningmarkt ook terugkerende patronen in vraag en aanbod een rol. Na een periode van toenemende vraag en prijsstijgingen liggen op een gegeven moment de prijzen zo hoog dat steeds minder mensen nog een woning kunnen kopen. Hierdoor neemt de vraag en het aantal transacties af, waarna ook de prijsstijging afvlakt. Dit bleek ook uit cijfers van de NVM, eerder deze week.
Het Kadaster verwacht daarom dat de woningmarkt onderweg is naar een ‘inactieve’ fase in het perspectief van de zogeheten ‘honingraat van de woningmarkt’.
Wet van vraag en aanbod: hoge prijzen -> dalende vraag -> minder transacties. © Kadaster
Prijsdaling nog niet in zicht
De prijzen van bestaande koopwoningen stegen in het 2e kwartaal 18,4% ten opzichte van een jaar eerder. Dat is minder hard dan in het 1e kwartaal van 2022, toen de stijging nog 20,3% was. Ook binnen het kwartaal vlakken de prijsstijgingen af: in april 19,7%, in mei 18,8% en in juni 16,7%. Ten opzichte van het 1e kwartaal nam de gemiddelde prijs met nog geen 1% toe. Een woning kostte in het 2e kwartaal gemiddeld € 429.000. Maar er is nog geen sprake van een prijsdaling.
Lokaal
Flevoland was de provincie met de grootste prijsstijging ten opzichte van vorig jaar: 21,7%. De kleinste was in Zeeland (16%). Ruim 11% van de gekochte woningen in Flevoland is gekocht door kopers uit Amsterdam. Vooral Almere is populair. De prijsstijging in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag lag lager dan het landelijk gemiddelde. Utrecht had de grootste prijsstijging: 17,6%.
Transacties
Er wisselden 47.382 woningen van eigenaar, dat is 10,2% minder dan in het 2e kwartaal van 2021, maar wel iets meer dan in het 1e kwartaal van 2022, toen 43.923 woningen verkocht werden. Regionaal was de daling in het aantal transacties het grootst in Limburg en het kleinst in Utrecht. Kijken we naar woningtypen, dan is ten opzichte van vorig jaar de grootste relatieve afname te zien bij vrijstaande woningen.
Starters
Starters betaalden gemiddeld € 356.000 voor een woning. Sinds 1 april 2021 geldt dat huizenkopers tussen 18 en 35 jaar alleen aanspraak kunnen maken op de vrijstelling van de overdrachtsbelasting voor een woning van maximaal € 400.000. Hierdoor is vanaf het 2e kwartaal van 2021 een sterke piek net onder de € 400.000 zichtbaar. Vanaf 1 januari 2023 wordt het maximale bedrag € 440.000.
Laagste prijsklassen
Opvallend is dat er werden minder woningen werden gekocht in de laagste prijsklassen en meer in de hoogste. Aannemelijk is dat dit te maken heeft met het aanbod; door de algemene prijsstijging zijn er steeds minder woningen meer beschikbaar in de laagste prijsklassen.
Hypotheekrente
Over de gevolgen van de recent sterk gestegen hypotheekrente valt nog weinig te melden. Het Kadaster publiceert het aantal transacties en de woningprijs op basis van de eigendomsoverdrachten bij de notaris. Omdat er tussen koopovereenkomst en sleuteloverdracht tenminste drie maanden tijd zitten, kan het Kadaster de effecten daarvan op de woningprijs en het aantal transacties op zijn vroegst terugzien in het derde kwartaal.
Bron: Kadaster ziet minder woningtransacties | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel