De woningmarkt is aan het veranderen. De prijzen stijgen nog altijd, maar minder extreem. Het aantal bezichtigingen en transacties neemt af. Ook wordt er minder overboden.
De cijfers spreken voor zich. Bestaande koopwoningen waren in mei 18,8% duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. In april kwam de prijsstijging nog uit op 19,7%. Eerder deze week trok de Rabobank in haar kwartaalbericht over de woningmarkt gelijksoortige conclusies.
Het Kadaster registreerde in mei 15.749 woningtransacties, ruim 2% minder dan een jaar eerder. Over de eerste vijf maanden van dit jaar zijn 75.644 woningen verkocht, dat is zelfs ruim een kwart minder dan in dezelfde periode van 2021.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Minder bezichtigingen
Makelaarsland ziet in de eigen cijfers al vijf maanden op rij een dalend aantal bezichtigingen en biedingen. In de periode april-juni vorig jaar waren er gemiddeld 13,5 kijkers per woning. De afgelopen maanden waren dat er 7,8. En in plaats van zes biedingen per woning vorig jaar, zijn dat er nu gemiddeld 4,6.
Er wordt ook minder overboden. In juni 2021 was dit het geval bij 88,3% van de verkochte huizen, deze maand ligt dat percentage op 70,9%. Bij bijna één op de drie huizen wordt op of onder de vraagprijs geboden. Wordt er wél overboden op een koopwoning, dan is dat aanzienlijk minder dan voorheen, aldus Makelaarsland.
Starters
De positie van starters op de woningmarkt laat wisselende cijfers zien. Volgens de Startersbarometer Q2 2022 van Viisi Hypotheken is het aantal starters dat een huis kan kopen voor het vierde kwartaal op rij gedaald. Nog slechts 11% van alle jonge huizenkopers verwacht in het komende jaar te slagen. In het 1e kwartaal van 2022 bedroeg dit nog 15% en het kwartaal daarvoor 23%. Belangrijke drijfveer achter het negatieve sentiment zijn de gestegen energieprijzen.
Aan de ander kant ziet de Hypotheker in de eigen cijfers juist een toename van het aantal starters dat een hypotheek aanvraagt. De reden: zij ondervinden door de stijgende hypotheekrente minder concurrentie. Ook de gespannen arbeidsmarkt helpt een handje.
Woningnood nog hoger dan gedacht
Toch is er voorlopig nog geen sprake van afkoeling van de woningmarkt. Sterker nog, de woningnood in Nederland is nog hoger dan tot nu toe werd becijferd. Dat zeggen de makers van de Atlas voor gemeenten 2022, die gisteren door bureau Atlas Research werd gepresenteerd.
Volgens Atlas Research is er landelijk een tekort van 390.000 woningen, ruim 110.000 méér dan het officiële ‘statistische woningtekort’ van het ministerie van BiZa.
Woondruk-index
Atlas Research introduceert een nieuwe rekenmethode om de krapte op de woningmarkt te bepalen: de Woondruk-index. Volgens deze index zijn er forse verschillen in woondruk tussen gemeenten. Amsterdam en omstreken en de gemeente Leidschendam-Voorburg kennen de hoogste woondruk, ruim 150. Dit wil zeggen dat de vraag naar woningen ruim 50 procent hoger ligt dan het beschikbare woningaanbod. Hilversum, Utrecht en Amersfoort volgen met een woondruk van ongeveer 140.
Het streven van het ministerie van BZK is om het bouwtempo op te schroeven van ruim 70.000 naar ruim 100.000 woningen per jaar. Maar zelfs in dat versnelde bouwtempo is de woningbouwopgave niet vóór 2030 gerealiseerd, voorspelt Atlas Research.
Leegstand
Aan de andere kant brengt ‘bouwen, bouwen, bouwen’ ook risico’s met zich mee. Veel gemeenten kennen een bouwoverschot: het huidige aantal woningen plus de geplande woningbouw ligt er hoger dan de vraag. Zo willen Almere, Lelystad en Helmond meer dan 10% van de huidige gemeentelijke woningvoorraad erbij bouwen. Maar zonder grote investeringen in de leefbaarheid en bereikbaarheid bouwen zij mogelijk voor toekomstige leegstand.
Bron: Woningmarkt wordt grilliger | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel