Al in het begin van de Troonrede benadrukte de Koning hoe belangrijk het oplossen van de wooncrisis is. Verderop benoemde hij het stikstofslot en de benodigde ruimte voor nieuwbouw. Uit onderzoek blijkt ook dat de helft van de Nederlanders de woningmarkt het belangrijkste onderwerp vinden bij de komende verkiezingen.
In de tweede alinea van de Troonrede benoemde de Koning namens het demissionaire kabinet meermaals de uitdagingen op de woningmarkt:
“Tegelijkertijd kennen de dagelijkse zorgen van mensen over werk, wijk en woning geen pauzeknop. Mensen willen een inkomen waarmee ze het einde van de maand halen, een veilige en vertrouwde woonomgeving en een huis voor zichzelf en hun kinderen. Voor jongeren is een eigen woonruimte een cruciale stap op weg naar zelfstandigheid.”
Verderop in de Troonrede klinkt het:
“Heel belangrijk is uiteraard dat Nederland van het stikstofslot af gaat, zodat de vergunningverlening weer op gang kan komen. Dat is dringend nodig om meer huizen te kunnen bouwen, voor bedrijven die willen investeren, maar ook om werk te kunnen maken van de grootste onderhoudsopgave ooit aan wegen, bruggen en andere infrastructuur.”
En later:
“Om te zorgen dat er meer huizen gebouwd kunnen worden, wijst de Nota Ruimte vier nieuwe locaties aan voor grootschalige woningbouw, naast vele andere kleinere locaties.”
Woonbeleid in Miljoenennota
Uit de Miljoenennota 2026 blijkt dat het kabinet aanzienlijke investeringen doet in de woningmarkt om de woningnood aan te pakken. De uitgaven op het artikel woningmarkt nemen sterk toe na 2025, voornamelijk door incidentele woningbouwmiddelen en de structurele stijging van de huurtoeslag.
De woningbouwmiddelen worden ingezet van 2026 tot en met 2032, met een piek in 2027 voor grootschalige bouwprojecten. Daarnaast stijgen de uitgaven aan de huurtoeslag van € 5,9 miljard in 2026 naar € 7,4 miljard in 2030, vooral door hogere huren en een toename van het aantal ontvangers.
Het kabinet heeft ook maatregelen aangekondigd om het investeringsklimaat te verbeteren. Per 1 januari 2026 wordt de overdrachtsbelasting voor beleggers in vastgoed verlaagd van 10,4% naar 8%, wat het aantrekkelijker maakt om in huurwoningen te investeren. Daarnaast wordt er druk uitgeoefend op de Europese Commissie om snel een besluit te nemen over het verruimen van de staatssteun voor de bouw van betaalbare woningen door corporaties en marktpartijen.
Belangrijkste verkiezingsthema
Het belang van dit thema wordt breed herkend. Uit recent onderzoek van De Hypotheker en BNR onder ruim 1.150 woningzoekenden blijkt dat de helft van de Nederlanders de woningmarkt als belangrijkste verkiezingsthema ziet. Bovendien heeft bijna driekwart er geen vertrouwen in dat het kabinet de ambitie haalt om jaarlijks 100.000 nieuwe huizen te bouwen tot 2030.
Woningtekort en trage bouw
Het woningtekort bedraagt inmiddels ruim 400.000 woningen. Bijna 40% van de ondervraagden verwacht dat dit tekort de komende jaren verder zal oplopen. Vooral het gebrek aan betaalbare woningen en de trage bouwprocessen leiden tot groeiende zorgen en onzekerheid onder potentiële huizenkopers.
Slimmer bouwen, soepeler wetgeving
Volgens de respondenten moet de overheid niet alleen méér, maar vooral slimmer bouwen. Een derde pleit voor de transformatie van leegstaande kantoren en panden naar betaalbare woningen. Daarnaast vindt een kwart dat de wet- en regelgeving moet worden versoepeld, zodat sneller en op meer locaties kan worden gebouwd.
Verschillen tussen generaties
De meeste Nederlanders vinden dat starters prioriteit moeten krijgen. Starterswoningen en eengezinswoningen worden het vaakst genoemd als meest urgente woningtypes. Ook de laatste halfjaarcijfers van het Kadaster laten zien dat er op de woningmarkt grote verschillen tussen generaties zijn. Boudewijn de Jong, hypotheekadviseur bij De Hypotheker Rotterdam: “Nederlanders maken zich grote zorgen over de enorme concurrentie op de huizenmarkt en vrezen dat vooral jongeren hiervan de dupe worden.”
Bron: Wooncrisis prominent in Troonrede en Miljoenennota | Vastgoedactueel
Bekijk het gehele artikel
